Het is november 2019 als ik op vakantie ben met Jören. Heerlijk naar Egypte. We waren er aan toe. Net allebei begonnen met een nieuwe baan, Jören weliswaar voor hetzelfde bedrijf, maar naar een ander filiaal. Ik echt naar een ander bedrijf, totaal anders dan de zaken waarin ik hiervoor werkte en dus heel erg wennen. Ja, we waren er zeker aan toe en we hebben het heerlijk gehad.

Tijdens de vakantie hebben we heel veel fijne gesprekken samen gehad. Zo kwamen we er ook op dat we echt voor kinderen wilden gaan. Jur heeft altijd één ding gezegd: ‘Stoppen met roken An’. Dus ik wist wat mij te doen stond en zo ben ik op 18 november 2019 gestopt met roken. Ik wilde het echt even volhouden voordat we weer verder zouden praten over onze grootste wens. In december wist ik het zeker: ik heb een doel dus dat stoppen met roken, dat ga ik volhouden. En zo besloten we ook dat ik zou gaan stoppen met de pil. En toen werd het januari 2020…
Een knobbeltje, maar geen tumor, of toch wel?
Januari 2020. Ik was aan het douchen en voelde wat zitten in mijn borst. Jur denkt al heel snel dat ik dingen voel die er niet zijn. En als die dingen er wel zijn, dat ik mezelf heel veel angst aan ga praten. Mijn grootste angst is namelijk ziek worden, doodgaan of dat de mensen waar ik het meeste van houd doodgaan. Dus je begrijpt: ik had paniek, haha.
Ik ben naar de huisarts gegaan en zij was het met mij eens dat wat er zat er niet hoorde te zitten. ‘Geen tumor hoor,’ zei ze. ‘Een tumor kan je niet bewegen en ik kan de plek in jouw borst bewegen. Maar hij is wel erg groot dus ik verwijs je voor de zekerheid door naar het Mammacentrum.’ Begin februari ging ik voor het eerst naar het Mammacentrum. Toch zenuwachtig dus ik vroeg aan mijn moeder of zij mee wilde gaan. Na een onderzoek en een echo was ik gerustgesteld: niets aan de hand, gewoon weefsel wellicht wat meer opgezwollen dan normaal. Dat hebben jonge vrouwen veel. De gedachte die ik had en geloofde: ik ben gestopt met de pil dus misschien is mijn lichaam wel bezig met veranderen.
Helaas werd de pijn niet minder. Ik heb weer gebeld, een aantal adviezen gekregen en we zouden een maand later wel weer bellen. Een van de oorzaken die zich voor deed was natuurlijk het hele gebeuren rondom Covid-19: zo min mogelijk contact waar dat niet dringend is. Zo werd ik wederom een maand later gebeld om te kijken hoe het nu ging. Deze keer vroeg ik of ik gewoon weer langs mocht komen. De pijn was in die maand niet afgenomen en de plek ook niet minder groot geworden. Dit was mogelijk en zo had ik op woensdag 3 juni 2020 een afspraak bij het Mammacentrum. Ook toen hadden de artsen niet het idee dat er iets kon zijn, maar, zo besloten we samen, laten we maar weer eens een controle echo doen want het is nu toch alweer een aantal maanden geleden.
En zo ging ik maandag 8 juni 2020 nietsvermoedend in mijn eentje naar het ziekenhuis, want ik kreeg toch alleen een controle echo, zou weer gerustgesteld worden en naar huis gaan. Voordat ik het wist lag ik daar een uur en wist ik eigenlijk ook niet hoe ik mij moest voelen. De ene naar de andere punctie werd genomen en oh ja, we pakken ook nog even twee plekken onder je oksel mee. Ik dacht het zal wel, fijn dat ze nu echt goed onderzoek doen en dan horen we morgen vast wel dat het meevalt. Toch, dan zit je in de auto, en dan krijg je een gevoel van angst, besef wat ze nou gedaan hebben en dat er dus blijkbaar iets is wat ze niet vertrouwen. Dat is heel erg eng en dan duurt wachten ineens lang.
Borstkanker
Dinsdag 9 juni 2020, 15.00 uur. Ik ben aan het werk, ik dacht namelijk dat komt wel goed. Mijn telefoon gaat en eigenlijk merk ik het al gelijk. Drie minuten later hang ik de telefoon op. Ze hebben in een van de twee plekken in mijn borst iets gevonden en vragen of ik zo snel mogelijk naar het ziekenhuis kan komen. Ik bel volledig overstuur Jur op en vraag of hij zo snel mogelijk die kant op wil komen. Daarna bel ik mijn moeder, mijn ouders wisten namelijk overal van. Aan haar vraag ik of ze mij wil komen ophalen en alvast me mij naar het ziekenhuis wil gaan. Jur werkt in Amsterdam dus is er niet gelijk en ik wil gewoon zo snel mogelijk daarheen en horen wat er nou aan de hand is. Ook al weet je diep van binnen echt wel wat er aan de hand is, het moet eerst hardop gezegd worden en dan kijken we wel verder.
Ja en daar zit je dan in die kamer en zeggen ze: ‘We hebben een plek met kwaadaardige cellen gevonden in je borst.’ Ja, dan is het cliché maar heb je echt werkelijk waar het gevoel dat je je hele wereld, alle mooie dingen die je nog wilde gaan doen, compleet in een klap in elkaar ziet storten. Zoveel ongeloof… Eigenlijk nog steeds. Ik heb het trouwens ook heel lang zo genoemd: een plek ik mijn borst waar kwaadaardige cellen zitten. Borstkanker vind ik zo vreselijk klinken, maar ik zou er toch echt aan moeten geloven. Ik heb borstkanker en ik moet het gaan behandelen anders komt het sowieso niet goed.
Dan ga je naar huis, Jur zijn ouders, broertje en vriendinnetje bellen, mijn zus en haar vriend bellen, mijn ouders waren er al. Allemaal hebben we ze gevraagd om naar ons toe te komen omdat we iets heel ergs moesten vertellen. Samen hebben we gehuild, maar er was ook gelijk een kracht. Ik ga dit overwinnen, ik heb deze lieve mensen om mij heen. Ik heb Jur gevraagd of hij voor altijd bij me wil blijven, samen deze ziekte met mij wil overwinnen. Zonder hem kan ik het ook, maar wel veel minder goed dan met hem.
En zo ga je verder met je leven. Angst, ongeloof en afwachtend naar het behandelplan. Oh ja, en je realiseren hoeveel lieve vrienden en familie je eigenlijk hebt die er onvoorwaardelijk voor ons zijn. Zo begint mijn verhaal… een beetje anders dan ik wilde beginnen, een toekomst met een hele grote omweg. Zo noem ik het maar.
Wow, annemijn wat een heftig verhaal!
Knap van je hoe je hierover schrijft echt heel sterk.
Ik wens jouw en jur heelveel sterkte de komende tijd. En tof van je dat je een blog bent begonnen doe je goed.
Liefs je ex-collega Jason
LikeLike
Dankjewel lieve Jason!
LikeLike